Sinds 1 januari 2012 is de vakantiewetgeving veranderd. De opbouw van vakantiedagen van zieke werknemers is gewijzigd, evenals de verjaringstermijn. Waar moet u als werkgever rekening mee houden?
T/m 2011
Tot 1 januari 2012 had een fulltime werknemer in de drogisterijbranche bij een werkweek van 37 uur, recht op 25 vakantiedagen per jaar. Dat is 5 meer dan de wettelijke vakantiedagen voor een fulltimer. Parttimers krijgen vakantiedagen naar rato van hun contracturen. Tot 2012 bleven zowel de wettelijke als de bovenwettelijke vakantiedagen (boven de 20 op fulltime basis) 5 jaar geldig. Voor zieke werknemers was een aparte regeling: zij bouwden alleen vakantiedagen op over de laatste zes maanden van hun ziekteperiode. Was een werknemer bijvoorbeeld twee jaar ziek dan kreeg zij geen 50 vakantiedagen, maar 12,5 dag.
Vanaf 1.1.2012
In de nieuwe regeling, krijgt een werknemer voor zijn volle ziekteperiode wettelijke vakantiedagen. Dus bij een ziekteperiode van twee jaar, krijg zij 50 vakantiedagen. Echter, de vakantiedagen blijven wel korter 'houdbaar'. In plaats van na vijf jaar, vervallen wettelijke vakantiedagen voortaan na zes maanden. Werknemers moeten daarom tijdens het jaar of binnen zes maanden daarna, hun wettelijke vakantiedagen opmaken. Anders zullen ze vervallen. Een uitzondering: als een werknemer buiten eigen schuld de vrije dagen niet op kan nemen, geldt de verjaringstermijn niet. Ook voor bovenwettelijke dagen geldt de verjaringstermijn van zes maanden niet: dit blijft vijf jaar.
Opletten bij verlofregistratie
Om verwarring te voorkomen, zorgt u ervoor dat in de verlofregistratie een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen:
- De opgespaarde vakantiedagen van een werknemer vóór 1 januari 2012 (die verjaren na 5 jaar)
- De wettelijke vakantiedagen van een werknemer ná 1 januari 2012 (die verjaren na 6 mnd na afloop van het vakantiejaar waarin ze verkregen zijn)
- De bovenwettelijke dagen vóór en ná 2012 (die verjaren na 5 jaar)
In de praktijk kan het aantal dagen voor zieke werknemers op hetzelfde neerkomen, zeker als ze een langere periode ziek zijn – de opgebouwde dagen van het eerste jaar van ziekte, zijn halverwege het tweede jaar van ziekte al niet meer geldig. Maar, let op: omdat de regeling pas per 1 januari 2012 is veranderd, merken je werknemers de volledige opbouw van vakantiedagen pas na zes maanden, dus vanaf 1 juli 2012. Als een werknemer ziek is van 1 juli 2011 tot en met 1 mei 2012 betekent dit dat hij vakantiedagen opbouwt over de laatste zes maanden van zijn ziekteperiode, dus vanaf november 2011. Is je werknemer pas beter in september 2012, heeft hij recht op vakantiedagen over acht maanden. Resumerend: Is je werknemer langdurig ziek, heeft zij in ieder geval over de laatste zes maanden van zijn ziekteperiode recht op opbouw van vakantiedagen.
Een ziekte hoeft het opnemen van vakantie niet te belemmeren. Als dit het geval is kunnen vakantiedagen tijdens ziekte van het vakantietegoed worden afgeboekt. Overleg bij twijfel met de arbodienst/bedrijfsarts.
Let op: in het jaar 2012 worden als eerste de wettelijke vakantiedagen van 2012 met een vervaltermijn van zes maanden opgenomen, daarna de bovenwettelijke vakantiedagen en pas als laatste de vakantiedagen die een werknemer heeft opgespaard vóór 1 januari 2012. Zorg ervoor dat werknemers op de hoogte zijn van de veranderingen door duidelijke en schriftelijke afspraken over bovenwettelijke vakantiedagen en opbouw bij ziekte te maken.