De modernisering van de ziektewet die per 2014 van kracht wordt heeft grote gevolgen voor middelgrote en grote werkgevers (met een loonsom boven de EUR 302.000,–. Werkgevers die met relatief veel tijdelijke krachten werken, krijgen te maken met een flinke lastenverzwaring per 1 januari 2014.
De aanpassingen van de wet hebben alleen betrekking op werknemers waarvoor geen loondoorbetalingsverplichting van een werkgever geldt en om die reden in de Ziektewet terecht komen. Het gaat hierbij vooral om uitzendkrachten en werknemers met een bepaalde tijd contract van wie het contract bij ziekte niet verlengd wordt.
Belangrijkste gevolgen voor de werkgever
De ziektewetuitkeringen van flexwerkers worden momenteel nog via een sectorpremie door werkgevers gefinancierd. Vanaf 2014 gaan werkgevers echter (afhankelijk van de totale loonsom) een individuele premie betalen die wordt vastgesteld op basis van de specifieke ziektewetuitkering die aan die werkgever is toe te rekenen. Deze toerekening vindt plaats op basis van de eerste ziektedag; ligt deze binnen het dienstverband of binnen 4 weken na uitdiensttreding, dan is de uitkeringslast toe te rekenen aan die werkgever.
Nieuwe verantwoordelijkheden
Met het aangenomen wetsvoorstel wordt opnieuw duidelijk dat verantwoordelijkheden voor het activeren en aan het werk houden van werknemers meer en meer verschuiven van overheid naar werkgever en private partijen. Het is van groot belang dat werkgevers een administratie bijhouden van flexwerkers die ziek uit dienst zijn gegaan of die in de toekomst ziek uit dienst gaan. Alleen door deze personen te volgen en hen te ondersteunen bij de reïntegratie kunnen werkgevers de kosten in de hand houden.